Haar haren waren opgebonden in een paardenstaart. Haar lievelingskleed toegebonden met een strik. Vandaag was het papa’s dag op school en ze popelde om te gaan. Haar mama probeerde haar te zeggen dat ze waarschijnlijk beter thuis kon blijven. Misschien zouden de kinderen het niet begrijpen, als ze alleen naar school ging. Maar ze was niet bang, ze wist precies wat ze zeggen zou. Wat ze haar klasgenoten vertellen zou over het waarom hij er vandaag niet was. Haar mama was nog steeds ongerust, omdat ze daar alleen zou staan. Ze deed nog een poging om haar dochter te overhalen thuis te blijven. Maar het kleine meisje ging naar school, verlangend om hen allen te vertellen over een papa die ze nooit zag, een papa die nooit belde.
Tegen de achtermuur stonden de papa’s. Iedereen kon met hen kennismaken. Kinderen draaiden heen en weer op hun stoel. Eén voor één riep de lerares ze naar voor om hun papa voor te stellen. Eindelijk was het ook aan haar. Ieder kind staarde haar aan en zocht naar een man die er niet was. “Waar is uw papa nu?” hoorde ze een jongen roepen. “Ze heeft er waarschijnlijk geen,” durfde een andere leerling reageren. En ergens van achteren hoorde ze een papa zeggen: “Waarschijnlijk weer een nietsnut van een vader die het te druk heeft om zijn dag te verkwisten.” Ze glimlachte naar haar mama, de woorden raakten haar niet.
De lerares zei haar door te gaan. Met de handen op de rug begon ze langzaam te spreken. Uit de mond van een kind kwamen ongelofelijke woorden: “Mijn papa kon niet hier zijn, omdat hij ver weg woont. Ik weet dat hij verlangt om erbij te zijn, daar is het een speciale dag voor. En alhoewel je hem niet kan ontmoeten wil ik je alles over hem vertellen. Hoeveel hij van mij houdt en hoe hij ervan hield om verhalen te vertellen, mij te leren fietsen, hoe een vlieger op te laten. We deelden vruchtenijs bestrooid met snoepjes. En alhoewel je hem niet kunt zien, sta ik hier niet alleen. Hij is altijd bij mij, ook al zijn we apart. Ik weet het want hij heeft het mij gezegd, hij is voor altijd in mijn hart.” Ze hield haar handen omhoog en legde er een over haar hart. Ergens tussen de andere papa’s stond haar mama met betraande ogen, trots kijkend naar haar dochter. Zij was zo verstandig voor haar leeftijd. Want zij stond op voor de liefde van een man uit haar leven. Die deed wat best voor haar was. Toen ze haar hand weer liet vallen eindigde ze met een stem zo zacht, maar een boodschap luid en duidelijk. “Ik hou heel veel van mijn papa, hij is een blinkende ster en als hij kon zou hij hier zijn, maar de hemel is juist te ver. Zie, hij was brandweerman en hij stierf afgelopen jaar. Toen de vliegtuigen in de Towers vlogen. Soms als ik mijn ogen sluit is het alsof hij nooit wegging.” Toen sloot ze haar ogen en tot moeders grote verbazing zag ze met verwondering een kamer vol papa’s en kinderen die hun ogen dicht deden. Wie weet wat ze voor zich zagen, wie weet wat ze van binnen voelden. Misschien voor amper één seconde zagen ze hem aan haar zijde. “Ik weet dat je bij mij bent papa,” riep ze in stilte. Wat er toen gebeurde maakte gelovigen van diegenen die eens twijfelden. Niemand in de kamer kon het verklaren want elkeen had zijn ogen gesloten, maar daar op de lessenaar naast haar was een geurige roze roos. En een kind werd gezegend, al was het één moment door de liefde van haar blinkende ster. En werd de gift van geloof gegeven dat de hemel nooit te ver is.
Onderzoek je twijfels met net zoveel ijver als je geloof.