Overdenking: psalm 2

Dient de Here met vreze en verheugt u met beving.
Psalm 2:11

Deze Psalm herinnert ons aan het boek Openbaring. Geen wonder, want ze ademen dezelfde geest. Zoals God één is, is ook de Schrift één. En in die Schrift gaat het God uiteindelijk maar om één Persoon: Christus, die Hij gesteld heeft als Zijn koning over Zijn heilige berg, Sion. De volkeren rondom Jeruzalem mogen samenspannen om Israël te verdrijven en de stad in bezit te nemen, resoluties aannemen en dwang uitoefenen.

Israël mag zijn eigen leiders kiezen. God erkent er maar Eén: Zijn Christus. De kroning van deze Koning der koningen en Here der heren gaat gepaard met een revolutie die zijn weerga niet kent. Alle samenspanners, tot de laatste toe, zullen worden verpletterd met een ijzeren knots. In Zijn koninkrijk zal er alleen plaats zijn voor hen die de Zoon gekust hebben, die zich voor Hem neerbogen toen Hij aan het kruis van de schande, gekroond met een kroon van doornen, hun zonden droeg en het oordeel van God daarover onderging. Dat zijn zij, die zich met God hebben laten verzoenen door het geloof in de gekruisigde en opgestane Christus.

In dat koninkrijk is alleen plaats voor hen die verstandig hebben gehandeld en tot de Here Jezus de toevlucht namen om bij Hem een eeuwige veilige schuilplaats te vinden. Voor hen die die Schuilplaats hebben gevonden, is dat een oorzaak om met een blij hart en met eerbied en ontzag op ijdelheid en zich tracht te ontdoen van Gods normen en maatstaven, die zij ervaart als knellende banden.

De Psalm eindigt ermee dat allen die bij Hem schuilen worden zalig geprezen.