Bewijst deze piepkleine archeologische vondst dat de Bijbel het bij het rechte eind heeft?

Israëlische archeologen deden afgelopen week een unieke vondst bij opgravingen in Jeruzalem, waaruit kan blijken dat verhalen in het Oude Testament waarheidsgetrouw kunnen zijn. De wetenschappers vonden een 2700 jaar oude zegel uit klei, die volgens de inscripties toebehoorde aan ‘de gouverneur van de stad’. Die titel werd verschillende keren beschreven in teksten in de Bijbel en dus “ondersteunt” de vondst volgens wetenschappers de Bijbelse verhalen.

Het unieke stukje geschiedenis werd onlangs aangetroffen tijdens opgravingen bij de Eerste Tempel in Jeruzalem en bewijst volgens Israëlische wetenschappers dat “Jeruzalem 2700 jaar geleden al een sterke, centrale stad was”. De vondst lijkt ook enkele verhalen uit het Oude Testament van de Bijbel te bevestigen, aangezien de titel – die ook op de zegel werd gegraveerd – ook voorkomt in de oude verhalen. De ‘gouverneur van de stad’ werd officieel aangesteld door de koning en de positie werd volgens ‘2 Koningen’ betrokken door Joshua en later door Maaseiah, aldus ‘2 Kronieken’.

“Het zegel bewijst dat de Tempelberg decennia geleden al werd bevolkt door Joodse ambtenaren met een hoge positie”, zegt Shlomit Weksler-Bdolah die de opgravingen in goede banen leidt. “Het is de eerste keer dat zoiets wordt gevonden tijdens een officiële archeologische opgraving en het bewijst dat de ‘gouverneur van de stad’ echt heeft bestaan zoals de Bijbel zegt.”

Volgens de wetenschapper is het voorlopig nog niet bekend waar het zegel voor diende, maar het zou zijn gebruikt om officiële transporten aan te duiden, of zelfs als logo of souvenir voor een hooggeplaatste persoon.

“Dit bewijst ook dat Jeruzalem een van de oudste hoofdsteden ter wereld is, waar al meer dan 3000 jaar Joden leven”, aldus Nir Barkat, de huidige burgemeester van de stad. “We zijn dankbaar dat we in een stad wonen met zo’n schitterend verleden en we zijn verplicht om de macht en kracht ervan te verzekeren, voor de komende generaties, zoals we nu doen.”

De onthulling van de opmerkelijke vondst, samen met de al even opmerkelijke uitspraken, kwamen slechts enkele weken nadat Donald Trump Jeruzalem officieel als hoofdstad van Israël erkende. Die beslissing van de Amerikaanse president viel niet bij iedereen in goede aarde, aangezien de Palestijnen de door Israël geannexeerde stad ook opeisen als hun grondgebied.

Wat God doet in crisissituaties

In crisissituaties in de geschiedenis heeft God de gebeden van gelovigen gebruikt om de loop van de geschiedenis ingrijpend te veranderen. Een goed voorbeeld hiervan is de Engelse evangelist/zendeling Rees Howells en zijn zendings-/gebedsschool in Wales. Allen die bij die school betrokken waren, streden in de Tweede Wereldoorlog aan het geestelijke front, met hun gebeden. En God gebruikte mede hun gebeden om de Duitse troepen uit Engeland te houden en het Nazibewind te vernietigen. Ik geloof dat God ook ons in de huidige crisistijd oproept tot gebed.

Het ging Rees Howells om de voortgang van het evangelie wereldwijd. Om iedereen met het evangelie te kunnen bereiken, zou God het bewind van Hitler moeten vernietigen.
Hij verklaarde: ‘De Heere heeft ons laten weten dat Hij Hitler en het Naziregime gaat vernietigen, opdat de wereld zal weten dat het God en God alleen is Die dictators vernietigt. Drieënhalf jaar geleden baden we als school weken en maanden, tot het moment dat we zeker wisten dat Hij onze gebeden zou beantwoorden. Hij zou met de Nazi’s handelen zoals Hij ooit met het Egyptische leger afrekende in de tijd van Mozes.’

Gebed redde Engeland
Rees Howells kende de kracht van het gebed. Hij wist dat de activiteiten van hem en zijn bidders in de ‘Oorlogskamer’ in Engeland van beslissende invloed konden zijn op de strijd op het oorlogsveld.
God gaf aan Howells ook een grote liefde voor het Joodse volk. Toen hij de proclamatie las van Italië van 3 september 1938, waarbij werd bepaald dat de Joden binnen zes maanden Italië moesten verlaten, richtte God zijn gedachten op de terugkeer van het Joodse volk naar hun eigen land en daar begon hij toen voor te bidden.

Samen bidden voor huidige crisissituatie
Hoe serieus nemen wij de kracht van het gebed?  Er wordt heel veel geschreven en gesproken over de vluchtelingen en over de situatie in landen als Syrië, Irak, Afghanistan en diverse Afrikaanse landen waar de meeste vluchtelingen vandaan komen, hoe IS en diverse andere islamitische terreurorganisaties daar dood en verderf zaaien.
Ik ken niet alle informatie. De één zegt dit, een ander dat. Sommigen doen alsof ze precies weten wat er nu moet gebeuren, ik zeg heel eerlijk dat ik het niet weet. Maar God weet het wel. Hij luistert naar onze gebeden als we tot Hem roepen. Zijn we bereid meer tijd te investeren in onze gebeden voor deze situatie en te bidden, te smeken, dat Gods doelen in en met het Midden-Oosten tot vervulling zullen komen?

En wat zijn Gods doelen? Toch vooral dat het Evangelie naar iedereen zal worden gebracht. Hij wil immers niet dat er ook maar iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering zullen komen.
We mogen zeker bidden dat alle Syriërs een ontmoeting zullen hebben met de Heere Jezus Christus. Voor ongeveer 60 procent van de moslims die tot geloof komen, is de aanleiding dat ze een droom of met visioen krijgen, waarin ze de Heere Jezus horen of zien. Laten we de Heere bidden dat Hij zichzelf openbaart aan allen in op de vlucht zijn, die wanhopig zijn, die in nood zijn, maar ook aan hen die verbonden zijn aan groepen als IS, Boko Haran, Hamas en Hezbollah. Niemand is voor God onbereikbaar.

Kennen wij iets van Gods liefde voor mensen, zoals de Heere Jezus dat heeft laten zien? Liefde zonder vrees, gevende liefde, liefde die zich uit in gebed en voorbede, ook voor hen die we als onze vijanden zien?
We praten en schrijven vaak zo negatief over anderen. Laten we voor hen bidden, breng hen voor Gods troon, biedt hun het Evangelie. Praat meer met de Heere over die anderen, dan dat je negatief over hen spreekt.

Degenen die onder de vluchtelingen in Syrië, Irak, Jordanië en andere landen in het Midden-Oosten werken, melden dat er te midden van de crisis veel mensen tot geloof in de Heere Jezus komen. Er is een grote vraag naar bijbels.
Op vele manieren kunnen we praktische hulp bieden, maar laten we nooit de kracht van het gebed onderschatten in crisissituaties.

Laten we bidden dat het Evangelie verspreid zal worden over het gehele Midden-Oosten, ja, over de gehele wereld. Laat het ons gebed zijn dat velen nog de Heere Jezus zullen leren kennen, ook van de vluchtelingen en van de terroristen.

Het heeft geen zin om ach en wee te roepen over de vluchtelingen die Europa binnenstromen. Daar verandert de situatie niet door.
Als u vraagt: wat kunnen wij doen in de huidige situatie, dan is mijn antwoord: ‘Ga bidden.’ Als we ook maar iets zouden beseffen van de kracht van het gelovige gebed, dan zouden we veel meer bidden. Gebed zet de hemel in beweging. Er moet gewerkt worden, jazeker, maar ook gebeden. Persoonlijk, maar ook gezamenlijk, in onze kerken en gemeenten.

Dirk van Genderen

Slechte vrienden?

 

De roeping van Mattheüs

En Jezus ging vandaar verder en zag iemand in het tolhuis zitten, die Mattheüs heette; en Hij zei tegen hem: Volg Mij! En hij stond op en volgde Hem. En het gebeurde, toen Hij in het huis van Mattheüs aanlag, zie, veel tollenaars en zondaars kwamen en lagen met Jezus en Zijn discipelen aan. En toen de Farizeeën dat zagen, zeiden zij tegen Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaars en zondaars? Maar Jezus, Die dat hoorde, zei tegen hen: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.
Mattheüs 9:9-13

We lezen hier het verhaal van de roeping van Matheus. Jezus ziet hem hier zitten aan het tolhuis en Hij zegt: volg mij. Geen verdere uitleg, maar de uitnodiging wordt opgevolgd, ook zonder opmerkingen.

Even verderop in de tekst zitten ze aan de maaltijd. Tollenaars en zondaars.

De reactie van de farizeeën is onthutsend: hoe kan een godsdienstig man als Jezus zich in zo’n gezelschap bevinden? De tollenaars stonden slecht aangeschreven omdat ze mee deden met de Romeinse overheersers die als een vijand werden beschouwd. Zij zelf weigerden met die mensen aan tafel te gaan  uit vrees zich ritueel te verontreinigen. Maar ook omdat zij zichzelf op een hoger niveau stelden.

Doen wij soms ook niet hetzelfde als we tegen onze kinderen zeggen dat ze geen omgang moeten hebben met “ slechte vrienden”. Ze zouden zo die manieren overnemen. Is er wat dat betreft genoeg vertrouwen in onze kinderen dat ze hiertegen bestand zijn? Het antwoord van Jezus is duidelijk; Hij is er om de “zieken”. Hij citeert de profeet  Hosea als Hij zegt “barmhartigheid wil Ik en geen offerande”.

Barmhartigheid: een woord dat we buiten de bijbel niet kennen, maar het betekent medeleven, medelijden. En dat vertoonden de farizeeën zeker niet door hun afwijzend gedrag. God heeft geen offers nodig, alles is van Hem. Het is eerder een uitdrukking van onze nood aan Hem waardoor wij onze dankbaarheid kunnen en mogen tonen. God wil geen schijnoffers waar ons hart in ontbreekt. Hij wil namelijk ons hele wezen.

Zijn uitnodiging: “volg mij” geldt dan ook voor ons om deel te nemen aan de feestmaaltijd die de Vader zal inrichten.  Jesaja 25;6-9 zegt:

Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten  voor alle volken een feestmaal aan: uitgelezen gerechten en belegen wijnen, een feestmaal rijk aan merg en vet, met pure, rijpe wijnen. Op deze berg vernietigt hij het waas dat alle volken het zicht beneemt, de sluier waarmee alle volken omhuld zijn. Voor altijd doet hij de dood teniet. God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht,  de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg-  de HEER heeft gesproken. Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop: hij zou ons redden. Hij is de HEER, hij was onze hoop.

Juich en wees blij: hij heeft ons gered!

Geestelijk ontwaken

Men hoeft niet bepaald een profeet te zijn om te zien dat alles verkeerd loopt in deze wereld. Gelukkig hebben wij ons geloof in Jezus Christus en daaraan houden wij ons vast. Maar toch hebben ook wij een geestelijk ontwaken nodig dat de vloedgolf van zonde, van wetteloosheid en goddeloosheid die ook ons overspoelt, tegenhoudt.

Wij hebben een geestelijk ontwaken nodig dat een einde maakt aan vormendienst in plaatsen waar Gods tegenwoordigheid niet langer meer vooraan staat.

Mensen moeten tot geloof, tot overgave en toewijding komen en vervuld door de Heilige Geest in deze wereld het licht laten zien. Daar ligt ook voor ons als christenen een verantwoordelijkheid om in de eerste plaats te bidden en deze wereld te laten zien, in ons dagdagelijks leven dat Jezus onze Heer is.

We hoeven dat niet in eigen kracht te doen maar mogen op Hem vertrouwen dat Hij door ons heen schijnt.

Willen we een opwekking? Laten we dan strijd voeren op onze knieën.

Men noemt mij: tijd

Mijn naam is tijd. Ik ben er niet altijd geweest en zal er ook niet altijd zijn.

De mensen wachten op mij, onderwerpen zich aan mij, vrezen mij, maar niemand buiten God kan mij tot staan brengen. Hij heeft mij in de hand en Hij zegt wanneer er een eind aan komt. De meeste mensen denken dat ik er altijd zal zijn. Maar dat klopt niet. Wanneer ik ophoud, is er de eeuwigheid.

Dan zal het te laat zijn, te laat voor bekering, te laat om met God door Jezus Christus in het reine te komen, te laat voor geloof , er is dan alleen nog eeuwigheid: in vreugde en vrede, of in verschrikking en wroeging.

Vandaag is het de dag van verlossing. Wat u in eeuwigheid zult zijn wordt hier beslist.

Vandaag ben ik er en beweeg ik mij voort. De dag komt dat het niet meer zo zal zijn. Dan hebt u mij niet meer. Wanneer ik er eenmaal niet meer ben, is er voor u ook geen gelegenheid meer een beslissing voor de eeuwigheid te nemen. Dus houdt er rekening mee.

Aside

Wanneer valt Pasen eigenlijk?

Dit jaar vieren we Pasen op 16 april. Je weet wellicht al dat Pasen geen vaste datum heeft, zoals Kerstmis. Maar weet je wel hoe die dag wordt bepaald? De eerste christenen vierden Pasen immers samen met het joodse pesach, de bevrijding uit Egypte.

Al tijdens de eerste eeuwen van het christendom was er onenigheid omtrent deze dagen. Gemeenten die voortkwamen uit joodse achtergrond hielden zich strikt aan de datum van pesach, zijnde 14 nissan. Dat is de dag van de eerste volle maan van de lente. Hierdoor waren deze dagen gebonden aan de joodse kalender. Anderen wilden absoluut de paasviering op een zondag, de dag van de opstanding van onze Heer. Sedert het concilie van Nicea in 325 werd voor deze laatste optie gekozen door de Romeinse keizer.

Toen Paus Gregorius in 1582 de oude Juliaanse kalender hervormde om deze te laten aansluiten bij de zonnekalender, weigerden de orthodoxe kerken dit over te nemen. Het gevolg is dat zij nog steeds een andere kalender hanteren. Beide kalenders verschillen 13 dagen (het gevolg van de zonnekalender of de maankalender) en daardoor kan de dag waarop christenen Pasen vieren enkele weken verschillen. Het hangt af van de eerstvolgende volle maanstand.

Gods weg is volmaakt

De HEERE vergold mij naar mijn gerechtigheid;
Hij gaf mij loon naar de reinheid van mijn handen.

Want ik heb mij aan de wegen van de HEERE gehouden,
ik ben van mijn God niet goddeloos afgeweken.
Want al Zijn bepalingen hield ik voor ogen,
Zijn verordeningen deed ik niet van mij weg,
maar ik was oprecht voor Hem,
ik was op mijn hoede voor mijn ongerechtigheid.

Daarom gaf de HEERE mij naar mijn gerechtigheid,
naar de reinheid van mijn handen vóór Zijn ogen.

Tegenover de goedertierene toont U Zich goedertieren,
tegenover de oprechte man oprecht.
Tegenover de reine toont U Zich rein,
maar tegenover de slinkse toont U Zich een Strijder.

Want Ú verlost het ellendige volk,
maar de hoogmoedige ogen vernedert U.
Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE;
mijn God doet mijn duisternis opklaren.

Want met U ren ik door een legerbende,
met mijn God spring ik over een muur.
Gods weg is volmaakt,
het woord van de HEERE is gelouterd,
Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen.

Want wie is God, behalve de HEERE?
Wie is een rots dan alleen onze God?
Het is God Die mij met kracht omgordt;
Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt.

Hij maakt mijn voeten als die van hinden
en doet mij op mijn hoogten staan.
Hij oefent mijn handen voor de strijd
en leert mijn armen een bronzen boog spannen.

Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven,
Uw rechterhand heeft mij ondersteund,
Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt.
U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven,
mijn enkels hebben niet gewankeld.

Ik vervolgde mijn vijanden en haalde hen in;
ik keerde niet terug, totdat ik hen vernietigd had.
Ik verpletterde hen, zodat zij niet meer konden opstaan;
zij vielen onder mijn voeten.

Want U omgordde mij met kracht voor de strijd;
U deed hen die tegen mij opstonden, onder mij neerbukken.

Psalm 18:21-40

David heeft na zijn verlossing uit de greep van al zijn tegenstanders een prachtig danklied geschreven. Vandaag lezen wij een stukje daarvan. David was er diep van doordrongen dat hij zijn redding niet aan zichzelf had te danken, maar dat het Góds werk was.

Hoe is dat bij ons? Ook ons leven wordt bedreigd door allerlei vijandige machten. Denken wij alleen maar aan de ontzagwekkende macht van de satan, de zonde en de dood. Wie zou ons daarvan kunnen bevrijden dan God alleen? De redding, het heil is van de Here. Het is bij niemand anders te vinden. Maar dan is het ook nodig dat wij in het besef van onze eigen onmacht de toevlucht tot Hem nemen.

Niemand die tot Hem gaat met belijdenis van zonde en schuld, zal met lege handen worden weggestuurd. Wij hebben een machtige God en een machtige Heiland, die altijd leeft om voor ons te bidden en te pleiten. Hij zal ons uit alle nood en dood verlossen. Wij mogen meer dan overwinnaars zijn door Hem die ons heeft liefgehad (Romeinen 8:37). Zo weten wij door het geloof dat Gods weg met Zijn kinderen volmaakt is, zelfs al begrijpen wij vaak niet Zijn wijze bedoelingen met alles wat ons overkomt. God wil ons leiden en ons in de ruimte stellen (vers 20,37), zodat wij wandelen in de vrijheid van de Geest. Onze weg is dan effen, en onze voeten zijn als die der hinden om het pad te lopen dat Hij voor ons heeft uitgestippeld (vers 33,34). Wanneer wij echter ongehoorzaam zijn, zal God ons moeten confronteren met de resultaten van onze eigen wegen (vers 27).

De “vreze des Heeren”: antieke woorden?

Christenen houden van vrolijke en gezellige samenkomsten. Het moet niet al te serieus, niet al te zwaar zijn. En spreek liever niet te vaak over zonde en heiligheid. Daar worden we onrustig van. Toch kan het nodig zijn dat we onrustig worden. Juist het spreken over de vreze des Heeren bepaalt ons bij onze onheiligheid en bij de noodzaak van bekering en levensheiliging. Te snel sluiten we compromissen met de wereld en met de zonde.

Ik heb het christenen horen zeggen: ‘Het maakt niet uit hoe ik leef, al mijn zonden zijn toch al vergeven door de Heere Jezus.’ Maar wie zo spreekt, heeft nog niet werkelijk begrepen wat verlossing inhoudt. Want wie beseft wat het  Jezus heeft gekost om je te redden, zal een steeds grotere afkeer van zonde en ongerechtigheid krijgen.

De vreze des Heren heeft alles te maken met  eerbied en ontzag voor Hem. Dat geldt voor de wijze waarop we omgaan met  Zijn Woord, maar ook voor ons leven met Hem en ons spreken over Hem, ook in onze samenkomsten. Er is vaak zoveel oppervlakkigheid in ons geestelijke leven. Een werkelijke ontmoeting met de Heere kan dat in één keer veranderen.

Deze reacties kom je ook in het Nieuwe Testament tegen wanneer mensen een ontmoeting hebben met de Heere Jezus. In Lucas 5 lezen we over de wonderbare visvangst. De discipelen hebben heel de nacht gevist en niets gevangen. Wanneer de Heere Jezus, nadat Hij vanuit de vissersboot de schare heeft toegesproken, tegen Simon Petrus zegt dat hij naar diep water moet varen en de netten moet uitwerpen, protesteert Petrus eerst, maar zegt dan: ‘Op Uw woord zal ik het net uitwerpen.’

Even later blijkt dat het net zo vol vissen zit, dat ze hulp nodig hebben van anderen om het net met de vissen binnen te halen. Als Simon Petrus dat ziet, valt hij neer voor de knieën van Jezus en zegt: ‘Heere, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens’ (vers 8).

Wanneer we een ontmoeting met de Heere Jezus hebben, laat dat ons niet onberoerd. Dat raakt je tot in het diepst van je hart. Dan besef je: Hij is de Heilige. Misschien roep je dan ook wel uit ‘Heilig, heilig, heilig is Hij’. Een ontmoeting met Hem kan je voorgoed veranderen. Dan besef je ook dat je met Hem geen spelletje kunt spelen.

Nieuwe dingen

We zitten in een overgangsperiode waarin er binnen onze maatschappij veel dingen gaan veranderen. Oude zekerheden verdwijnen en van de nieuwe weet niemand wat deze gaan brengen. Dat geldt op het terrein van de wereld- machten, de economie, het milieu, de veiligheid maar dat geldt ook voor het dagelijks leven. Toch hoeven wij christenen niet bang af te wachten of mee te gaan in onheilspellende doem- scenario’s. God heeft voor ons een land bereid, een taak, een missie, een nieuw gebied om zijn glorie te laten zien. Zijn opdracht aan ons is om uit de veilige comfortzone te stappen en samen met Hem risico’s te nemen. De toekomst van de wereld ligt in Gods handen en zijn plannen zijn gericht op ons heil (Jer. 29:11). Neem daarom het risico: steek jouw persoonlijke rivier over, welke psychologische grens dat ook moge zijn en verken je nieuwe bestemming.

Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
Jeremia 29:11

Uit: Bethesda magazine

Stilte

Bekend is het woord van een Duitse dichter: ‘Niet naar rust verlang ik, maar naar stilte’. Wanneer het werk zich opstapelt – dat is niet erg. Maar als het rumoer van deze wereld ons overal achtervolgt, als we niet ergens een plekje hebben, waar het stil is, dan missen we veel. Toch is er iets, dat nog veel belangrijker is dan een stil plekje in deze wereld. Dat is de stilte in het hart! Vaak is het zo (en het leven geeft er aanleiding toe) dat niet alleen allerlei vragen van binnen wakker worden, maar dat we misschien aanklachten zouden willen uiten en we ons opstandig voelen.

Moeten we dat dan maar het zwijgen opleggen en terugdringen?
Nee, niet terugdringen zonder meer, maar overwinnen!
En overwinnen kunnen we de storm van binnen, door God te laten spreken tot ons. Waar Gods stem dóórdringt, daar wordt het stil.
En deze stilte is een lofzang tot eer van God.