Month: december 2016


Laat mijn stem uw woorden spreken, om uw liefde uit te delen.

Ik heb U hartelijk lief, HERE, mijn sterkte
Voor de koorleider. Van de knecht des Heren, van , die tot de Here de woorden van dit sprak, ten dage dat de Herehem verlost had uit de greep van al zijn vijanden en uit de hand van .
Hij zeide:
Ik heb U hartelijk lief, Here, mijn sterkte,
o Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder,
mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil,
mijn
Psalm 18:1-2 , hoorn mijns heils, mijn burcht.
Komen we niet onder de indruk van Davids vertrouwen op zijn God? Wat een bijzondere band tussen David en de Here zien we in deze Psalm! We kunnen uit dit gedeelte veel troost en bemoediging putten en er geestelijke lessen in vinden.
Allereerst stellen we ons de vraag: heb ik de Here deze morgen al gedankt voor wat Hij voor mij gedaan heeft? Voor alle zegeningen waarmee Hij ons gezegend heeft, tijdelijke alsook geestelijke? Als we goed gaan tellen, wordt de lijst van zegeningen eindeloos. Laten we dan ook Hem voortdurend danken, prijzen en aanbidden!
Laten we eens doorgaan met wat vragen. Ben ik werkelijk een knecht van de Here, of probeer ik soms Hem of anderen tot mijn knecht te maken? Is er een diep bewustzijn van hulp, van ervaren bevrijding, van vreugde in de Here, van een innige relatie tot Hem die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven?
Letten we op de zeer persoonlijke relatie tussen David en de Here, die tot uiting komt in woorden als ‘mijn sterkte, mijn steenrots, mijn bevrijder’, enz. Hoe komt het dat wij daar praktisch zo weinig van beleven?
Wat ons ook opvalt in deze Psalm is de wijze waarop de Here Zich over David ontfermt en het voor hem opneemt.
In 1 Samuel 22-31 vinden we daarvan treffende bewijzen. We kunnen hierbij denken aan wat de Here Jezus tot Zijn discipelen zei:
“Een ieder, die Mij belijden zal voor de mensen, hem zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen Gods.”
Luk.12:8
Met andere woorden: voor hen staat de hulp van de hemel ter beschikking, zoals voor David. Wat een God hebben wij!
(overgenomen uit: Verhalen bij de Bijbel)

Heilig ontzag
Tijden van stilte zijn gelegenheden om aan God te denken en onze relatie met Hem. Mensen die Hem niet kennen, zullen zich in hun gedachten niet met Hem bezighouden. Zij bezitten niet de vrede en rust die ontstaat door het kennen van de levende God. Ze voelen geen behoefte zich voor Hem te buigen.
Nadat hij Gods oordeel heeft uitgesproken over de wrede, zedeloze mensen van zijn dagen, wijst Habakuk op de dwaasheid van het aanbidden van afgoden. Daarna zegt hij:
Maar de Here is in Zijn heilige tempel.
Zwijg voor Hem, gij ganse aarde!
Habakuk 2:20
Het is alsof hij zegt: wees stil zodat God tot u kan spreken.
Christenen kunnen ook genieten van tijden van stilte. Helaas hebben we de neiging met onze gedachten af te dwalen. Als ik bijvoorbeeld in mijn auto rijd, luister ik soms afwezig naar mijn radio, in plaats van me bezig te houden met Gods grootheid. Enkele van mijn meest verrijkende geestelijke ervaringen kwamen in tijden van stilte.
Ik herinner me hoe ik Gods tegenwoordigheid voelde toen ik eens op een koude, stille morgen buiten kwam. God had in de nacht met ongeziene vingers het landschap bedekt met zilveren rijm. Ja, God is in Zijn heilige tempel. Wees stil voor Hem in heilig ontzag.

De kracht van het kleine
De bijbel staat vol met verhalen van kleine mensen die grote dingen deden. Dit zowel in figuurlijke als letterlijke zin.
Heel bekend is het verhaal van David en Goliat.
Het verhaal van Ruth en Ester is eveneens bekend.
Een ander verhaal gaat over Josia. Hij groeit op in een tijd met weinig normen en waarden. Ieder doet waar hij of zij zin in heeft.
Op het moment dat hij koning wordt, is Josia pas acht jaar oud, niet echt een leeftijd die past bij zulke grote verantwoordelijkheid. Josia besluit om naar God te luisteren en de God van David te zoeken. Op z’n twintigste besluit hij om Judea en Jeruzalem te reinigen van de afgodsbeelden (2 Kronieken 34). Deze altaren worden vernietigd en verbrijzeld. Josia herstelt de tempel en priesterdienst.
Josia leeft in een tijd die wij “postchristelijk” zouden noemen. Zo’n tijd zoals het nu is. Een tijd waarin mensen erop los leven. Voor het gros van de mensen zijn de kerken nog zichtbare herinneringen aan de christelijke cultuur. Het woord van God wordt als achterhaald beschouwd. Je wordt als achterlijk beschouwd als je daar nog in gelooft.
Toch zijn er mensen die op de bres gaan staan, in gebed en getuigen van Gods liefde en Hem centraal stellen in hun leven. Zij zetten zich af van al die “altaren en beelden”. Zij weten zich een minderheid maar hebben een grote God aan hun kant en daar vertrouwen zij op.
Wij zijn even onbeduidend als Josia. Maar hij zocht en vond God en die stelde hem in staat dingen te doen en het verschil te maken in die maatschappij.
Laten we hem als voorbeeld nemen en onze hoofden opheffen in de wetenschap dat God aan onze zijde staat en wij zo dingen kunnen verwezenlijken die boven onze eigen kracht liggen. God is nog altijd dezelfde en we mogen onze hulp van Hem verwachten.
Laten we bidden opdat de Heilige Geest ons vervulle met bovennatuurlijke kracht om Jezus te blijven volgen.

Martha en Maria
Stel je maar eens voor dat Martha bij Jezus was komen zitten om net als Maria mee te luisteren. Men had dan beslist beide zussen scheef bekeken voor zo’n gebrek aan gastvrijheid. Zou het voor iemand die je komt opzoeken niet veel belangrijker zijn een luisterend oor te vinden, liever dan een overvloed aan versnaperingen?
Hoe kon Jezus het goedvinden dat Maria alle werk aan haar zus overliet? Moest er dan niet gehandeld worden of alleen maar geluisterd, gebeden en gemediteerd? Verschuilt Martha zich achter haar ‘plichten’ om niet actief naar Jezus’ boodschap te gaan luisteren?
In onze huidige samenleving zijn we allemaal geneigd vooral doe-mensen te zijn. Maar voelen we aan dat we onszelf soms voorbijlopen en dat we ons moe, uitgeblust en leeg voelen.
Horen we de roep om onthaasting niet alsmaar luider klinken?
En er steekt in dit verhaal nog meer! We zien hoe Jezus Maria prijst omdat ze actief deelneemt aan een diepgaand gesprek over dingen die God aanbelangen. Dat was in Jezus’ tijd absoluut ongehoord. Vrouwen hadden een zuiver dienende rol en moesten zich vooral niet met hogere, meer spirituele dingen bezig houden. Jezus doorbreekt ook hier weer een groot taboe door nog eens duidelijk aan te tonen dat vrouwen absoluut gelijkwaardig zijn aan mannen, op alle vlakken. Die stellingname stond zodanig haaks op de opvattingen van zijn tijd, dat ook de apostelen en hun opvolgers het er moeilijk mee hadden en soms nog hebben. En in hoeverre hebben wij, vooral de mannen, het daar misschien ook nog wat moeilijk mee?
Lucas durfde het wel in zijn evangelie te schrijven.
Maar wat doen wij daar nu allemaal mee, in ons eigen leven?
Heel dit verhaal is een oproep om evenwichtige aandacht zowel voor God als voor de medemens, voor de actie als voor de bezinning, voor de inbreng van mannelijke als vrouwelijke benadering van het leven.
Pasklare recepten kan ik niet geven. Want wij zijn allemaal verschillend, zowel in aanleg als in levensomstandigheden. Er wordt hier van ieder van ons een creatieve inspanning gevraagd.

God roept niet wie bekwaam is. Hij maakt bekwaam wie Hij roept.

Zie… Ik sta aan de deur en Ik klop
Zeker tien mannen, marconisten, zitten in de wachtkamer van de telegraafmaatschappij. Ze komen solliciteren op een advertentie. Tussen negen en twaalf uur ´s morgens moeten ze zich melden op het kantoor van de maatschappij. Zo zitten ze te wachten, terwijl ze een praatje maken. De een vertelt, waar hij momenteel werkt; een ander maakt duidelijk, wat hij van de nieuwe baan verwacht. En iedereen pocht dat hij zo´n goede radiotelegrafist is.
Als ze ruim anderhalf uur hebben gewacht en zonder dat iemand van hen is binnen geroepen, beginnen ze te mopperen: ‘Een mooie boel hier: word je om negen uur uitgenodigd en ondertussen loopt het al tegen elven en er is niemand die naar ons omziet. Als het er hier zó aan toe gaat, wordt het voddenwerk…’
Zo zitten ze te praten en te mopperen. Om elf uur komt er nog een verlate sollicitant binnen. Hij wordt met hoongelach ontvangen: ‘U zit hier vanavond om zeven uur nog, hoor!’
De man gaat rustig zitten; maar na enkele ogenblikken staat hij op en gaat zonder kloppen de directiekamer binnen. Iedereen kijkt verbaasd. Na korte tijd komt hij met een stralend gezicht naar buiten en zegt: ‘Mijne heren, u kunt wel naar huis gaan, want ik ben aangenomen.’
Geërgerd en verbaasd vragen de anderen hoe dat nu toch mogelijk is. ‘Wel, mijne heren, de zaak is heel eenvoudig: zodra ik binnen kwam, hoorde ik door de luidspreker in de hoek van deze wachtkamer heel zachtjes in morsetekens: Indien u dit sein hebt vernomen, mag u binnen komen en wordt u aangenomen. Dit bericht werd al vanaf negen uur vanmorgen over de luidspreker uitgezonden. Hebben jullie dat dan niet gehoord?’
Geen van de mannen had aandachtig geluisterd. leder was teveel vervuld geweest van zichzelf, om naar de boodschap te kunnen luisteren. En daarom ging de betrekking aan hen voorbij.
Zo gaat het ook met het kloppen van de Heere Jezus aan de deur van je hart. Misschien zeg ook jij: ‘Ik heb de Heere Jezus nog nooit horen kloppen!’ Als je niet aandachtig luistert, hoor je Hem niet. Als je te druk met jezelf, je carrière, je hobby’s, enzovoorts bezig bent, hoor je Hem niet.
Misschien wil je Hem ook liever niet horen; want je moet dan wet al het andere loslaten; ja, je moet dan jezelf loslaten.
“Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen en Ik zal met hem avondmaal houden; en hij met Mij.”
Openbaring 3:20

Stilte…
Om rust temidden van onrust te ervaren.
Om alert en toch ontspannen te zijn.
Om zicht te krijgen op je (voor)oordelen.
Om niet meegesleept te worden door emoties.
Om je niet te verliezen in alles wat er op je afkomt.
Om in balans, in evenwicht te zijn.
Om eenheid in verscheidenheid te ervaren.
Om onuitgesproken verbondenheid te voelen met God.
Om te leven vanuit vertrouwen in plaats vanuit angst.
Om open en helder in het leven te staan.
Om met meer intensiteit en vreugde te leven.
Om te leven vanuit inspiratie en creativiteit
Om te luisteren naar anderen en naar jezelf.
Om te weten wat je werkelijk wilt.
Om te ontdekken wie je bent in God.
Om ruimte te maken voor wat je toevalt, toekomt.

Controle
Is het niet erg eenvoudig om God de schuld te geven dat de wereld ten onder gaat?
Is het niet droevig dat wij alles geloven wat de kranten schrijven en kwesties in de kiem smoren die de Bijbel stelt?
Is het niet droevig dat iedereen verwacht om naar de hemel te gaan, terwijl men niet eens in Christus geloven, nooit denken of spreken over hun geloof in God, of iets doen wat God van hen vraagt?
Ik heb niet alles onder controle, maar ik ben zeer geliefd door Degene die wel alles onder controle heeft.
Het is droevig dat je 1.000 grappen per e-mail kan versturen en iedereen neemt ze over, maar als je iets met betrekking tot God verstuurt, zullen maar weinig mensen het doorsturen.