Oordeel… of heiligheid?

Wat oordelen christenen soms onbarmhartig over hun broeders en zusters. Ze weten vaak precies hoe men behoort te denken, te geloven en te doen. En o wee als iemand iets doet, zegt of gelooft wat daarbuiten valt. Dan is het soms direct over en uit. Veroordeeld. Afgeschreven.

Is dit een houding die gelovigen past? We zijn geroepen te strijden voor de waarheid, ja zelfs te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd.

Geliefde broeders en zusters, het was mijn vaste voornemen u te schrijven over de redding van ons allen, maar ik zie mij nu genoodzaakt u in deze brief op te roepen om te strijden voor het geloof dat voor eens en altijd aan de heiligen is overgeleverd.
Judas 3

Wat de leer betreft, moeten we waakzaam en alert zijn en zijn we geroepen de werken van de duisternis te ontmaskeren.

Naar ons medemens toe past echter grote bescheidenheid. Als we beseffen dat de Here Jezus ons genadig is geweest, dan laten we het wel uit ons hoofd onszelf boven anderen te verheffen. Durven mensen met hun noden bij ons te komen, omdat ze weten dat wij met ontferming over hen bewogen zijn en niet direct klaarstaan om hen te veroordelen? Durven mensen die gestruikeld zijn, bij ons aan te kloppen, omdat ze weten dat wij zullen helpen hen weer op te richten?

Liefde en heiligheid

Het risico van zo’n open houding naar struikelende en gestruikelde medegelovigen is wel dat we hun zonden goed gaan praten. We kunnen zo begaan zijn met hun lot, dat het ons niet meer lukt onderscheid te blijven maken tussen zonde en zondaar. God is immers liefde, houden we onszelf en hen voor. Dat is ook zo – gelukkig wel – maar laten we Zijn liefde niet uitspelen tegen Zijn rechtvaardigheid en heiligheid. Hij kan de zonde niet gedogen.

Denk eens aan de Here Jezus. Juist Hij trok Zich het lot aan van mensen die door de samenleving met de nek werden aangekeken vanwege hun daden. Een ontmoeting met Hem veranderde hun levens. Hij accepteerde hen voor honderd procent als mens, maar ze wisten absoluut zeker dat ze radicaal moesten breken met hun zondige leven.

Hoe gaan we vervolgens om met degenen die in deze of andere zonde zijn gevallen? Hun daad, hun zonde, moet radicaal worden veroordeeld, in de hoop dat ze tot inkeer zullen komen. Maar dat betekent niet dat we hen dan voorgoed moeten afschrijven. Ik hoop en bid dat er mensen zijn die zich om hen ontfermen. Die met hen meelijden en meestrijden in de gebeden en zich inzetten om hen terug bij de Here Jezus te brengen en als het kan ook terug bij hun vrouw en gezin. Maar dat kan alleen maar in de weg van berouw, schuldbelijdenis, bekering en verzoening. God is bij machte om gebroken relaties te herstellen.

Schoongewassen

Wat een genade! Wat een wonder! Daarom roept God ons op met ontferming bewogen te zijn over mensen die gestruikeld zijn. Wie volhardt in zijn zonden, zal het Koninkrijk niet beërven, maar wie zich laat schoonwassen, heiligen en rechtvaardigen door de Here Jezus Christus, is gered.

Wie deze genade van God in zijn of haar eigen leven ervaren heeft, zal milder worden. Schieten wij niet vaak te kort in het betonen van genade aan anderen, of ze nu gelovig zijn of niet? Veroordelen wij niet te snel?

Zijn wij meer dan struikelende pelgrims, op weg naar de eeuwigheid? Laten degenen die niet gestruikeld zijn, daar allereerst de Heere voor danken en daarna om zich heen zien om anderen bij de hand te nemen, zodat ook zij weer verder kunnen lopen.

Zeker, de Heere is zeer barmhartig en zeer genadig. Dat is heel goed nieuws voor ons allemaal. Misschien kijkt u neer op uw medebroeder of -zuster die in uw ogen een zeer grote zondaar is. Laten we ons niet verheffen boven anderen. Het spreekt mij altijd weer aan om in Mattheüs 9 te lezen dat er van de Heere Jezus staat dat Hij met ontferming bewogen was over de schare die Hem volgde. Het was Zijn verlangen dat ze Hem zouden leren kennen als hun Heiland, hun Verlosser.