Psalm 6

De Here heeft mijn smeking gehoord, de Here neemt mijn bede aan.
Psalm 6:10

We horen hier een gelovige bidden die in grote nood is.

Een gelovige kan op twee manier beproefd worden. Het kan zijn dat God hem beproeft en hij kan door eigen schuld in de moeilijkheden raken. Als God beproeft, kan het hart rustig blijven vertrouwen op de uitkomst die de Heer zal geven. Maar wanneer iemand door eigen schuld in de problemen terechtgekomen is, dan is er ook geen rust meer in het hart.

Door zulke ervaring gaat de gelovige in deze psalm. Hij doet een beroep op de genade van God, terwijl hij tegenover de Here uitspreekt hoe ellendig hij eraan toe is. Hij doet dat omdat hij weet dat hij met een God te maken heeft die hem niet laat vallen. Hij vertrouwt erop dat er een eind komt aan zijn verschrikking.

Daarom zegt hij, niet verwijtend, maar vertrouwend: ‘Here, hoe lang nog?’ Hij wil nog graag blijven leven om de Here te loven tegenover de bedrijvers van ongerechtigheid om hem heen. Tegenover hen getuigt hij ervan de de Here zijn wenen en zijn smeking heeft gehoord. Ja, hij weet zeker dat de Here zijn bede heeft aangenomen.

Bij alle verdriet is dat een grote zekerheid: God geeft rust.