Ik heb U hartelijk lief, HERE, mijn sterkte

Voor de koorleider. Van de knecht des Heren, van David, die tot de Here de woorden van dit lied sprak, ten dage dat de Herehem verlost had uit de greep van al zijn vijanden en uit de hand van Saul.
Hij zeide:
Ik heb U hartelijk lief, Here, mijn sterkte,
o Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder,
mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil,
mijn schild, hoorn mijns heils, mijn burcht.
Psalm 18:1-2

Komen we niet onder de indruk van Davids vertrouwen op zijn God? Wat een bijzondere band tussen David en de Here zien we in deze Psalm! We kunnen uit dit gedeelte veel troost en bemoediging putten en er geestelijke lessen in vinden.

Allereerst stellen we ons de vraag: heb ik de Here deze morgen al gedankt voor wat Hij voor mij gedaan heeft? Voor alle zegeningen waarmee Hij ons gezegend heeft, tijdelijke alsook geestelijke? Als we goed gaan tellen, wordt de lijst van zegeningen eindeloos. Laten we dan ook Hem voortdurend danken, prijzen en aanbidden!

Laten we eens doorgaan met wat vragen. Ben ik werkelijk een knecht van de Here, of probeer ik soms Hem of anderen tot mijn knecht te maken? Is er een diep bewustzijn van hulp, van ervaren bevrijding, van vreugde in de Here, van een innige relatie tot Hem die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven?

Letten we op de zeer persoonlijke relatie tussen David en de Here, die tot uiting komt in woorden als ‘mijn sterkte, mijn steenrots, mijn bevrijder’, enz. Hoe komt het dat wij daar praktisch zo weinig van beleven?

Wat ons ook opvalt in deze Psalm is de wijze waarop de Here Zich over David ontfermt en het voor hem opneemt.

In 1 Samuel 22-31 vinden we daarvan treffende bewijzen. We kunnen hierbij denken aan wat de Here Jezus tot Zijn discipelen zei:

“Een ieder, die Mij belijden zal voor de mensen, hem zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen Gods.”
Luk.12:8

Met andere woorden: voor hen staat de hulp van de hemel ter beschikking, zoals voor David. Wat een God hebben wij!

(overgenomen uit: Verhalen bij de Bijbel)