Zeg niet: Vader, als ge u niet als een zoon gedraagt.
Zeg niet: onze, als ge uit egoïsme leeft.
Zeg niet: die in de hemelen zijt, als ge alleen aan aardse dingen denkt.
Zeg niet: uw rijk kome, als ge dat verwart met materieel succes.
Zeg niet: uw wil geschiede, als ge die niet aanvaardt wanneer het pijnlijk is.
Zeg niet: geef ons heden ons dagelijks brood, als ge u niets aantrekt van hen die honger hebben.
Zeg niet: vergeef ons onze schulden, als je anderen niet wilt vergeven.
Zeg niet: leid ons niet in verzoeking, als ge voortgaat met zondigen.
Zeg niet: verlos ons van het kwade, als ge niet opkomt tegen het kwaad.
Zeg niet: amen, als ge deze woorden niet ernstig neemt.