Psalm 15

Here, wie mag verkeren in Uw tent?
Psalm 15:1

Deze vraag wordt door David opgeworpen, en door hemzelf in deze Psalm beantwoord: iemand die onberispelijk wandelt en doet wat recht is, mag daar verkeren. Nog veel meer praktische opmerkingen worden gemaakt over hoe iemand moet leven die omgang met de Here God wil hebben en die wil verkeren in Gods tent. En nu maar kijken in ons eigen leven of we een beetje aan deze normen voldoen? Moeten we onszelf een rapportcijfer geven?

Mogen we voor onszelf een toegangsbewijs uitschrijven voor Gods tent? Stel dat u een voldoende zou halen, blijft dat dan zo, morgen en overmorgen?

Iedereen die zichzelf een beetje kent, weet dat op grond van onze goede daden nooit de toegang verkregen kan worden tot Gods huis. Die toegang is verkrijgbaar door het geloof in de Here Jezus. Elk die wil mag komen met schulderkenning, en geloven in wat God zelf wilde laten doen door zijn Zoon. In Hebreeën 10:19 staat dat wij naderbij mogen komen, omdat er een nieuwe en levende weg is. Die nieuwe weg is door de Here Jezus gebaand. Hij heeft echt onberispelijk gewandeld en van Hem kan, in de volle zin van het woord, worden gezegd dat Hij voldeed aan de normen van Psalm 15. Het wonen bij de Here is dus niet afhankelijk van onze goede daden, maar berust op Gods eigen werk in de Here Jezus. Als wij straks in de hemel zullen zijn, zal niemand van ons kunnen zeggen: ik heb dat verdiend. Neen, allen zullen zeggen: we hebben dit te danken aan het werk op het kruis van Golgotha. Daarom zullen we de Here gaan danken in de toekomst. En vandaag ook al!

Overgenomen uit Verhalen bij de Bijbel

Socratische filters

In het oude Griekenland was Socrates gekend voor zijn integriteit en zijn wijsheid.

Op een dag kwam Socrates een man tegen, die hem aansprak met de woorden: ‘Weet je wat ik juist gehoord heb over een vriend van jou?’
‘Een momentje,’ zei Socrates. ‘Voor je me vanalles gaat vertellen over mijn vriend, wil ik jou enkele vragen stellen. Ik noem het de drie-filter-test.’
‘Doe maar,’ antwoordde de man. ‘Ik luister.’
‘De eerste filter gaat over waarheid. Weet je 100% zeker dat wat je me gaat vertellen over mijn vriend, de waarheid is?’
‘Neen,’ zei de man. ‘Dat weet ik niet 100% zeker, ik heb het van horen zeggen.’
‘Laat ik je dan over de tweede filter vertellen, die gaat over goedheid. Wat jij me wil vertellen over mijn vriend, is dat iets goeds?’
Opnieuw moest de man daar negatief op antwoorden.
‘De derde filter dan. Is het in mijn voordeel dat ik dit nieuws hoor? Kan ik er iets mee doen dat mij van belang kan zijn?’
‘Niet echt,’ zei de man, een beetje beschaamd.
‘Dus,’ concludeerde Socrates. ‘Je wil me iets vertellen over mijn vriend, waarvan je niet zeker weet dat het waar is, waarvan je weet dat het niets goeds is en dat ik er geen belang bij heb? Waarom wil je het mij dan vertellen?’

Dit is de reden waarom Socrates zo hoog aangeschreven stond… Het is een goede les voor iedereen. Denk na voor je spreekt. Soms worden woorden uitgesproken die schade brengen aan anderen. Als wat je gaat zeggen een ander schade kan berokkenen, denk dan nog eens na voor je de woorden effectief gaat zeggen. Het zal je in dank worden afgenomen!